In deze brief staat de eerste reactie van de SHZG op advies Onderwijsraad over Differentiatie en selectie in het onderwijsstelsel
Download
Utrecht, 16 april 2021
Betreft: Reactie SHZG op advies Onderwijsraad over Differentiatie en selectie in het onderwijsstelsel
L.S,
Op 15 april heeft de Onderwijsraad een advies uitgebracht aan de demissionaire ministers van Onderwijs met de titel Differentiatie en selectie in het onderwijsstelsel. Op verzoek van de minister is de raad op zoek gegaan naar mogelijkheden om differentiatie en selectie in het onderwijsstelsel kansengelijkheid te kunnen vergroten in plaats van deze te beperken.Het advies bestrijkt het PO, VO en MBO. In deze eerste reactie gaan wij als SHZG, de stichting die de 42 zelfstandige gymnasia van Nederland vertegenwoordigt, kort in op de betekenis van het advies voor het onderwijsveld in het algemeen en de gymnasia in het bijzonder.
In de ogen van de SHZG biedt het advies van de Onderwijsraad een utopisch vergezicht met verstrekkende gevolgen. Niet alleen voor de gymnasia, maar voor elk kind, elke ouder en elke leraar in Nederland. De SHZG deelt het gevoel van urgentie waar het gaat om de noodzaak van het vergroten van de kansengelijkheid in het onderwijs. De gymnasia maken zich net als de Onderwijsraad daar al heel lang zorgen over en proberen daarom op allerlei manieren mee te denken over oplossingen. En niet alleen te denken, maar vooral ook te doen. Wij verwijzen daarvoor naar de vorig jaar geschreven notitie over Kansengelijkheid die op onze website te vinden is[1].
De raad adviseert nu om pas na een driejarige brugperiode te selecteren en pleit voor meer interne en minder externe differentiatie. Dit impliceert een ingrijpende stelselwijziging die grote implicaties zou hebben voor het VO in de volle breedte en zeker ook voor de gymnasia. Een eerste blik op het rapport roept bij ons de vraag op of de wens om iets te doen aan de doorgeschoten externe differentiatie niet gaat leiden tot een doorgeschoten gelijke behandeling die tot gevolg kan hebben dat waardevolle vormen van onderwijs, die aansluiten bij specifieke onderwijsbehoeften, verloren gaan.
De gymnasia zijn al lange tijd gespecialiseerd in de ondersteuning van de ontwikkeling van cognitief sterke leerlingen. Daar zit een niet gering aantal leerlingen tussen met bijzondere eigenschappen die het in het reguliere onderwijssysteem moeilijk hebben, maar op de gymnasia -eindelijk- hun weg vinden. Denk daarbij aan meer- en hoogbegaafden, maar bijvoorbeeld ook aan leerlingen met kenmerken binnen het autistisch spectrum. De gymnasia vrezen dat een brede brugperiode van drie jaar geen recht doet aan de speciale behoeften van deze leerlingen; ook niet als er zoiets als (deeltijd)verrijkingsklassen komen, zoals de raad suggereert.
Het advies leidt bij de SHZG tot nog meer vragen. Niet alleen vragen over de praktische uitvoerbaarheid van de plannen, maar vooral ook wezensvragen die de gymnasia ten diepste raken. Wat zou de invoering van brede brugklassen betekenen voor het onderwijs in de klassieke talen en culturen? Wat moet er volgens de raad gebeuren met categorale scholen?
Daarbij komt nu ook de vraag of, met een toekomstperspectief zoals geschetst in het advies, de energie die de gymnasia nu steken in het bevorderen van kansengelijkheid nog wel zinvol is. Wij denken van wel. De minister heeft zich daar enkele maanden geleden ook nog positief over uitgesproken. In zijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 18 december 2020[2] erkent hij dat ‘de SHZG en de aangesloten gymnasia zich inzetten om informele selectie en verborgen gewoontes en normen in het curriculum aan te pakken en om kinderen met taalachterstanden of minder culturele bagage te helpen om in te stromen in het gymnasium’. Inmiddels is op een aantal gymnasia een diverse populatie aanwezig. Dat geldt nog niet voor alle gymnasia maar, zo stelt de minister in zijn brief, ‘het laat goed zien dat scholen zelf initiatieven kunnen ontplooien om segregatie te bestrijden’.
De SHZG en de gymnasia gaan om die reden onverminderd en vol goede moed verder op de ingeslagen weg. Dat behelst onder meer de actieve deelname aan de Coalitie tegen onderwijssegregatie en het opzetten van een actie-onderzoek over kansengelijkheid in samenwerking met de Vrije Universiteit. Met behulp van de meeste recente wetenschappelijke inzichten willen de deelnemende gymnasia in de praktijk werk maken van het vergroten van de kansengelijkheid en tegelijkertijd door onderzoekers laten volgen welke acties de beste resultaten opleveren.
Pauline Scheltema Cees van Lent
Directeur SHZG Voorzitter bestuur SHZG
[1]http://www.gymnasia.nl/nieuws/notitie-kansengelijkheid-op-de-zelfstandige-gymnasia
[2] Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2020). Beleidsagenda tegen segregatie in het funderend onderwijs. Kamerbrief, 18 december 2020. Den Haag